
In aanloop naar het zesjarig jubileum van Digicampus geven we een aantal bestuurders en werknemers van Digicampus het woord. Wat inspireert hen om betrokken te zijn bij Digicampus? Dit keer programmadirecteur Wouter Welling. Wie tevens ruim een jaar bij Digicampus werkt. We zijn benieuwd naar zijn bevindingen en ervaring tot dusver. Aan het woord: Wouter Welling. Je werkt nu ruim één jaar bij Digicampus. Hoe heb je dit eerste jaar als programmadirecteur ervaren?
Ik vind het echt prachtig om aan het innovatievermogen van de publieke sector te werken. Daarbinnen specifiek om eraan bij te dragen dat de waardevolle kennis die in het Nederlandse bedrijfsleven, wetenschap en andere maatschappelijke actoren beter benut worden voor de digitale transformatie van de publieke sector. Het klinkt een beetje suf, maar ook op een feestje op zaterdagavond zou ik dit noemen als iets fascinerends om aan te mogen werken. Het adoptievermogen van de staat om nieuwe technologie in te zetten voor een slimmere en iets lievere staat. Eigenlijk iets waar ik mijn hele werkende leven al in verschillende rollen aan wijdt.
Wat persoonlijk mooi is dat ik hiervoor 12 jaar binnen het Ministerie van Binnenlandse Zaken gewerkt heb aan het beleid rond digitalisering en bij Logius in de uitvoering. Nu mag ik me meer vanuit een onafhankelijke rol richten op de kennisvorming en kennisimplementatie van de digitale transformatie van de publieke sector. Het voelt bij Digicampus als iets meer buiten de bureaucratische operatie staan en deze vanuit een onafhankelijke rol proberen vooruit te helpen.
Wat ik mooi vind aan Digicampus is dat het een samenwerkingsverband is met mensen die er allemaal actief voor hebben gekozen om aan de innovatie en onderzoeksopgaven rond digitalisering in de publieke sector te werken. Er zijn geen mensen die ‘gewoon hun werk doen’ en dan uitklokken en naar huis gaan. Het is een team met intrinsiek gemotiveerde collega’s die de overheid willen snappen en een stukje slimmer willen maken. Zij het vanuit de overheid zelf, zij het vanuit een marktpartij of vanuit een academisch perspectief.
Een laatste praktisch element dat ik fijn vind is dat ik voordat ik dit ging doen ik de meeste van mijn dagen werkzaam was op kantoor bij Het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Een prachtig groot gebouw met alle voorzieningen van een modern kantoor. Werkt heerlijk, maar soms ook wat ‘overgeorganiseerd’. Zo moet je ongeveer drie formulieren invullen als je iets op de muur wil plakken. Bij Digicampus zitten we bij The Hague Tech, een co-working hub voor tech ondernemers waar ongeveer 80 tech ondernemingen zitten. Hier fiets ik dagelijks met een andere mindset naartoe, omdat hier allemaal mensen werken die de hele dag een soort ‘hoe kunnen we’-mindset hebben. Die zich de hele dag afvragen bij een probleem: hoe kunnen we dit tackelen. En niet zoals soms in de publieke sector: hoe leg ik dit probleem elders neer, of, hoe krijg ik niet de schuld van dit probleem. Ik merk dat het heel gezond is om na een flink aantal jaren in een hele grote organisatie nu deze startup ondernemers mindset om me heen te hebben. Dat zorgt ervoor dat we bij Digicampus in wat we doen soms net wat creatiever en innovatiever naar vraagstukken kijken.
Een team met intrinsiek gemotiveerde collega’s die de overheid willen snappen en een stukje slimmer willen maken.
Wat is je tot nu toe het meest bijgebleven en/of waar ben je trots op?
Dat zijn twee dingen:
Ik ben heel trots op de mensen die bij Digicampus werken voor wie ik volgens mij wat meer rust in hun werkomgeving heb kunnen brengen. De rol van een programmadirecteur of manager bij een team is in mijn ogen vaak om de randvoorwaarden te organiseren voor anderen om hun werk goed en professioneel te doen. Ik geloof dat de kennis en kunde rond het innovatievermogen heel vaak aanwezig is en dat mijn rol vaak is om de setting te creëren waarop deze kennis, kunde, het mandaat en de vraag samenkomen.
Ik ben wel trots op de structuur die we bij Digicampus neer hebben kunnen zetten. Iedereen die mij kent weet dat ik zelf vrij gestructureerd werk. Ik werk niet helemaal volgens de ‘GRIP filosofie’ (tipje: https://gripboek.nl/), maar wel voor een flink deel. Wat we gedaan hebben is overzicht creëren in wat we doen, werken volgens een overzichtelijk jaarplan met heldere kaders (zie link: https://digicampus.tech/jaarplan-digicampus-2025-nu-beschikbaar/), functies helder neerzetten in het team, rollen expliciet verdelen, routines bouwen. Allemaal vrij logische zaken, maar je moet het wel doen. Ik geloof dat wanneer je dit soort randvoorwaarden goed neerzet, mensen meer rust in hun hoofd hebben en daardoor creatiever en innovatiever kunnen werken.
Wat hoop je de komende tijd met Digicampus te bereiken?
Waar ik de afgelopen tijd veel mee bezig ben is het zoeken naar manieren om meer ‘out in the open’ te werken. Ik geloof dat in de publieke sector er ontzettend veel mooie technologische innovatie initiatieven zijn, maar dat de waarde van werken in alle openheid nog onwijs onderschat wordt. Alleen door je werkzaamheden open te tonen aan anderen kan je er achter komen dat jouw probleem al een keer ergens anders in de publieke sector is aangepakt of zelfs opgelost. Alleen door open te durven zijn over je eigen werkwijze, krijg je de prikkel om heel scherp je werkwijze te definiëren. Alleen door transparantie als onderdeel van je opdrachtformulering te maken krijg je als publieke opdrachtgever samenwerkingspartijen die kwaliteit leveren waarop ze ook open bekritiseerd durven te worden. Eigenlijk vergt open werken heel veel lef en kwetsbaarheid en dat zijn nou precies de eigenschappen die ik zou willen stimuleren bij publieke organisaties en de mensen die ervoor werken. Praktisch wil ik dit doen door ieder project dat we bij Digicampus doen te vragen om te bloggen over wat ze exact willen bereiken en hoe ze dat gaan aanpakken. Ook wil ik collega’s en mezelf stimuleren om wat vaker een soort ‘weeknotes’ te publiceren met open reflecties op hoe je gewerkt hebt (zie hier mijn weeknotes).
Tot slot: ik ben heel blij dat we als Digicampus in overleg met ons bestuurlijk overleg het onderwerp ‘digitale autonomie’ 1,5 jaar geleden al tot een van onze innovatiemissies hebben gemaakt. Ik zie op dat thema nu ontzettend veel activiteiten, kennis en innovatie behoefte loskomen. Ik wil daar heel graag de publieke sector helpen meer het heft in eigen hand te nemen en autonomer of misschien zelfs ‘volwassener’ te worden in de afhankelijkheden in haar tech stack. Dat gaat van hele abstractie playbooks voor organisaties om hier mee aan de slag te gaan tot de hele praktische big-tech-loze computer die we bij Digicampus op kantoor hebben.