Stel je voor: een persoonlijke online omgeving waarin je een duidelijk overzicht hebt van je financiële situatie van hypotheek tot pensioen, zodat je een helder plan kan maken om de toekomst mee in te gaan. Of een app die medische data van verschillende zorgverleners combineert in één helder overzicht, uiteraard netjes vergrendeld achter een DigiD-login.

Deze en vele andere ideeën ontstaan dagelijks bij overheidsinstanties en bedrijven, gebruikersgroepen en academici. Maar om dit soort oplossingen voor elkaar te krijgen, is organisatie- en zelfs domeinoverstijgende innovatie nodig: van processen en regels tot aan datamodellen en APIs. Er zijn al bruikbare componenten die als basis gebruikt kunnen worden, maar het lastige hiervan is dat de benodigde componenten versnipperd zijn over een breed innovatielandschap. Het is lastig om de componenten te vinden en te begrijpen hoe ze (in samenhang) te gebruiken. Bovendien zijn veel componenten niet toegankelijk voor private partijen. Frank Gerlings, studeert aan de Universiteit van Nijmegen en rondt dit jaar zijn master thesis bij Digicampus af. In deze blog deelt hij zijn ervaringen en de belangrijkste resultaten van zijn onderzoek.

De oplossing: een digitale sandbox?

Als afstudeerder binnen Digicampus kreeg ik de gelegenheid om dieper na te denken over de vraag of een digitale sandbox een oplossing kan bieden voor de versnippering van innovatie. Eén centrale digitale ontwikkelomgeving waar innovatoren kunnen experimenteren met nieuwe dienstverlening en elkaar kunnen vinden rondom gezamenlijke opgaven. In de sandbox omgeving kunnen zij gebruikmaken van de bouwstenen van de digitale overheid zoals (overheids)applicaties, API’s, protocollen, databronnen en gegevensstandaarden.

In mijn onderzoek heb ik twee hoofdfuncties beschreven van een digitale sandbox:

  • Overzicht bieden: het moet een actueel overzicht bieden van relevante projecten en bouwstenen. 
  • Prototypen ondersteunen: het moet de tools bieden om snel realistische prototypen te ontwikkelen en daarmee te experimenteren, zodat we samen kunnen leren over de (on)mogelijkheden van innovaties.

De Gemeente Den Haag en Logius, ondersteund door Digicampus hebben vorig jaar een challenge uitgezet binnen het Startup in Residence programma om deze dit te verwezenlijken. Dit in het kader van de missie om van de overheid een sterke datapartner te maken. De Open State Foundation heeft de opdracht gegund gekregen.

Al snel werd duidelijk dat de VNG met een project bezig was om functie 1 van de digitale sandbox uit te voeren: het overzicht bieden. Ze bleken bezig te zijn alle API’s van de overheid in kaart te brengen. Met een API bedoel ik, met een verbinding met de database van een organisatie waardoor we die we via het internet automatisch kunnen bevragen. Dit VNG-project is sterk gericht op developers en het gebruik van API’s binnen de overheid. Niettemin is dit ook een platform waar veel verschillende partijen bij elkaar komen om bouwblokken van de overheid te gebruiken, dus al snel werd besloten de handen ineen te slaan. Het resultaat is te vinden op het vernieuwde developer.overheid.nl. Vandaag de dag biedt developer.overheid.nl niet alleen een actueel overzicht van overheid’s API’s, maar ook een overzicht van evenementen en code van projecten en hebben ze een forum waarop de community sturing kan geven aan het project. Al met al een mooie verwezenlijking van de overzichtsfunctie van een digitale sandbox.

Een ander, deels vergelijkbare website bestaat in de vorm van het stelsel van basisregistraties opgezet door Logius. De focus ligt een stuk meer op het verhaal: waarom wil je één van de API’s gebruiken? Het aanbod is strikter onder de loep genomen en van iedere bron is een duidelijke use case te vinden. Hierdoor is op dit moment het aanbod kleiner dan bij developer.overheid.nl. Aangezien beide partijen duidelijk op een goed spoor zitten, maar met een ander accent, zou een verdere samenwerking helpen om de overzichtsfunctie nog beter in te vullen.

Uitdagingen

De tweede functie van de digitale sandbox is een stuk complexer van aard. We willen namelijk niet alleen weten welke code bouwstenen er binnen de overheid zijn, maar we willen daar ook direct mee kunnen prototypen. Dan is een sandbox ook echt een digitale zandbak waar je ter plekke een klein zandkasteeltje kunt bouwen, een proof-of-concept. Een leuk idee, maar wat komt daar allemaal precies bij kijken?

Iedereen die weleens tegelijk met lego en duplo bouwstenen heeft gespeeld weet dat het niet zo makkelijk is om van beide een stabiel bouwwerk te maken, ze passen gewoon niet zo goed op elkaar. Dat heb je ook in de digitale wereld waar databases en applicaties soms niet met elkaar mooie data of diensten opleveren. Om een digitale sandbox te maken waar duplo en legoblokjes wel op elkaar gelegd kunnen worden, hebben we een beschrijving van de interface van ieder blokje nodig. Waar zitten de nopjes, hoe groot is het blokje, hoeveel weegt het enzovoorts. Bij een stuk code is dat bijvoorbeeld in welke programmeertaal het is geschreven, maar ook welke andere programma’s het nodig heeft om te kunnen functioneren of wat zijn functie is: toont het een website, lost het moeilijke sommen op of doet het authenticatie? Welke dingen heeft het nodig om te werken: een kaart, een tabel met belastinggegevens of een inlog cookie? Vervolgens moet je vrij strikte eisen stellen aan wat voor interfaces we toelaten in onze sandbox en welke bouwblokken met elkaar kunnen samenwerken. Helaas blijkt dit zelfs in een klein afgebakend gebied lastig te realiseren, omdat er zo veel verschillende interfaces zijn die allemaal nèt niet met elkaar samenwerken. Inventariseren lijkt de weg voorwaarts te zijn, want dan kunnen innovators snel selecteren welke bouwblokken er logischerwijze bij elkaar kunnen passen en voor de laatste afstemming zorgen.

Mijn focus: data delen

Het combineren van werkende code blijkt lastig te zijn. Daarom verschuif ik mijn aandacht naar het uitwisselen van data. Laagdrempelige data uitwisseling is een krachtig middel voor innovatie en daarom een thema dat niet zonder reden vaker terug komt in Digicampus blogs

In mijn afstudeeronderzoek ben ik me gaan focussen op het ontsluiten van data in overheidsbronnen. In de voorbeelden zie je dat de wens vaak is om al bestaande data op een andere manier aan gebruikers te tonen. Op dit moment bestaan er twee aanpakken waarmee je als externe partij brondata kan vragen:

  • via het WUS profiel dat onder de Digikoppeling standaard valt.
  • via NLX, een nieuw ontwikkeld data uitwisselingsplatform van Common Ground.

Het WUS profiel van Digikoppeling wordt op dit moment gebruikt om nationale databases te bevragen, denk bijvoorbeeld aan de basisregistraties zoals het Nederlands Handelsregister, de Basisregistratie Adressen en Gebouwen, en de Basisregistratie Kadaster. Daarnaast ondersteunt de Digikoppeling standaard, ook het doen van terugleveringen naar bijvoorbeeld MijnOverheid, Digimelding en P-Direkt. Al met al een hele hoop functionaliteiten. Echter, met deze grote hoeveelheid functionaliteiten komt ook grote verantwoordelijkheid.  Daarmee heb je één adapter die functionaliteiten aanbiedt en bij de grootste overheidsinstanties zit ingebouwd. Doordat er op dit moment zo veel belangrijke partijen afhankelijk zijn van Digikoppeling is de standaard onderhevig aan strenge juridische kaders. Dit garandeert stabiliteit en privacy-vriendelijkheid voor de gebruikers van Digikoppeling, maar zorgt er ook voor dat nieuwe technologieën minder snel worden geadopteerd en experimenten moeilijker op te zetten zijn.

Daarnaast is er NLX, een meer recent initiatief dat zich vooral op gemeenteniveau afspeelt en veel nieuwe principes rond databeheer en privacy meebrengt. Idealiter willen we dat deze twee omgevingen op elkaar aansluiten, zodat innovatieprojecten via beide manieren data kunnen opvragen zonder hiervoor twee verschillende adapters nodig te hebben. Verder onderzoek moet uitwijzen hoe deze omgevingen het beste op elkaar aangesloten kunnen worden. Er zijn verschillende scenario’s denkbaar, zoals: een soort adapter tussen WUS en NLX, NLX opnemen als profiel binnen Digikoppeling en het nieuwe government-to-government REST API profiel van Digikoppeling betrekken. Deze mogelijkheden zal ik verder onderzoeken de komende tijd!

Toekomst

Een digitale sandbox kan de versnippering in het innovatielandschap tegengaan en helpen bij het vinden van draagvlak voor nieuwe initiatieven. Dit doordat het componenten samenbrengt en ruimte biedt om prototypen te ontwikkelen. Een deel van deze oplossing bestaat al in de vorm van developer.overheid.nl en stelselvanbasisregistraties.nl. Dit is een heel sterk begin, de infrastructuur is aanwezig. Deze sites werken het beste wanneer de inventarisatie zo compleet mogelijk is. Wil jij, de lezer, dat een API van jouw organisatie meer gebruikt wordt, meld hem dan meteen aan! Voor developer.overheid.nl kan dat hier en voor stelselvanbasisregistraties.nl kun je hier een mailtje naar toe sturen. Let op: developer.overheid.nl bevat nog geen componenten vanuit bedrijven, startups, scaleups en onderzoekers. Het is nu vooral door en voor overheidsdevelopers en nog geen gedeelde, multiple helix digital sandbox.

De volgende stap, het ontwikkelen van tooling voor het prototypen en experimenteren met bijeengebrachte componenten, staat nog in de kinderschoenen. We hebben gezien dat code met elkaar combineren erg moeilijk is. Gelukkig blijkt data delen een goede optie, waarvan de basis er al ligt in de vorm van Digikoppeling en NLX. Hoe deze lijn het beste voortgezet wordt, is een vraag voor nader onderzoek. Duidelijk is wel dat de overheid als sterke datapartner een degelijk fundament biedt voor collaboratieve experimenten en innovatie.