Regelmatig worden kinderen tussen jeugdzorgorganisaties doorverwezen. Hoewel dit vaak goed gaat, komt het ook voor dat zij van het kastje naar de muur worden gestuurd. Een mogelijk veelbelovende oplossing is het zogenaamde No-Wrong-Door principe. Tijdens mijn bachelor afstudeeronderzoek heb ik de effectiviteit van deze oplossing onderzocht door een model te bouwen van de jeugdzorg in Nederland. In dit blog vertel ik je alles over het No-Wrong-Door principe, de digital twin van de jeugdzorg in Nederland, en de uitkomsten van mijn onderzoek.

In Februari 2022 kwam ik via I-Partnerschap terecht bij Digicampus. Vol enthousiasme en een gezonde dosis spanning oriënteerde ik me op mijn onderwerp, want na tweeënhalf jaar studeren mocht ik eindelijk al die kennis in de praktijk brengen. Tijdens de kennismaking viel me al snel op dat er enorm veel fascinerende onderwerpen voorbijkwamen bij Digicampus, wat de keuze lastig maakte. Uiteindelijk koos ik ervoor om te focussen op het No-Wrong-Door principe (NWD-principe). Maar wat houdt dit principe nu precies in? Alhoewel er verschillende definities zijn, is de centrale gedachte achter het NWD-principe dat een burger, ongeacht de uitvoeringsorganisatie waar hij zijn vraag stelt, altijd geholpen wordt door de ambtenaar met wie hij spreekt. Wanneer de burger niet bij de juiste uitvoeringsorganisatie is, dan is het niet de verantwoordelijkheid van de burger, maar die van de ambtenaar in kwestie om de burger alsnog op weg te helpen. Dat klonk me veelbelovend in de oren, zou de kans dat een burger van het kastje naar de muur wordt gestuurd niet flink afnemen? Ik kwam echter tot de ontdekking dat er nog geen enkel (wetenschappelijk) bewijs was voor de effectiviteit van het principe. Om het NWD-principe overheidsbreed te kunnen toepassen, is het wel van groot belang dat de betrouwbaarheid en effectiviteit zorgvuldig zijn getest. Mijn doelstelling voor het onderzoek was daarom ook om voor het eerst het effect van het NWD-principe op de effectiviteit van publieke dienstverlening kwantitatief te onderzoeken.

Het plan van aanpak was snel gemaakt, zoek een publieke dataset en laat er een statistische analyse op los. Dit liep echter compleet anders, want na bijna honderd mailtjes en tientallen telefoontjes had ik nog steeds geen goede dataset. De benodigde data was er simpelweg niet, of het mocht in verband met privacy niet gebruikt worden. En dus gaf ik mijn zoektocht op, de aanpak moest anders. En zo kwam ik uit bij een Digital Twin. Een Digital Twin of Digitale Tweeling is een virtuele representatie die de werkelijkheid zo goed mogelijk benaderd. Simpel gezegd: een computermodel. Door zo’n Digital Twin te ontwikkelen kun je zonder de benodigde data over doorverwijzingen, toch de effectiviteit van de implementatie van het NWD-principe analyseren. Bovendien maakt deze aanpak het mogelijk om te experimenteren met meerdere (onzekere) factoren die bij veel andere benaderingen niet haalbaar zijn. Het geeft daarom beleidsmakers, een compleet en inzichtelijk beeld van de situatie.

Voor de digital twin, ontwikkeld met de software NetLogo[1], is de jeugdzorg in Nederland gemodelleerd. Er is gekozen voor deze afbakening omdat er in dit domein bij uitstek problemen ontstaan door doorverwijzingen. In het model zijn acht verschillende typen jeugdzorgorganisaties gemodelleerd: wijkteams; ambulante hulpverlening; daghulp; jeugdhulp in het netwerk; jeugdhulp met verblijf; jeugdbescherming; jeugdreclassering; (huis)artsen. Daarnaast komen er per week kinderen het model, die vervolgens een aantal stappen doorlopen[2]. Deze stappen representeren de stappen van het jeugdzorgproces die een kind in de werkelijkheid doorloopt. Deze stappen bieden een goede basis voor het simulatiemodel. De weergave van dit modelschema is te zien in de onderstaande figuur.

Figuur 1: conceptuele weergave model
Figuur 1: conceptuele weergave model

Nadat het basismodel was ontwikkeld, is het model uitvoerig gevalideerd en geverifieerd. Zo zijn er bijvoorbeeld verschillende gesprekken gevoerd met medewerkers van jeugdzorgaanbieders en gemeentes om de aannames onderliggend aan het model te testen. Toen bleek dat het model voldoende betrouwbaar was, kon eindelijk het NWD-principe worden geanalyseerd.

Er zijn twee mogelijke toepassingen van het NWD-principe geanalyseerd. De eerste toepassing is dat jeugdzorgorganisaties kinderen direct doorverbinden naar de juiste organisatie. Er vindt hierbij geen controle van afhandeling plaats. De tweede toepassing houdt in dat het verzoek naar de juiste organisatie wordt doorverwezen. Hierbij vindt er wel een controle van afhandeling plaats. De effectiviteit van deze toepassingen wordt gemeten met de KPI’s gemiddelde wachttijd, doorlooptijd, aantal doorverwijzingen per kind en de bezettingsgraad van jeugdzorgorganisaties. In de onderstaande figuur het model zichtbaar, waarbij links de verschillende organisaties zichtbaar zijn met de wachtrijen. Rechts worden in monitoren en grafieken de KPI’s over tijd bijgehouden.

Figuur 2: Model weergave in NetLogo
Figuur 2: Model weergave in NetLogo

Uit de modelresultaten blijkt dat bij implementatie van het NWD-principe de gemiddelde wachttijd, doorlooptijd en aantal doorverwijzingen per kind significant afnemen. Ook neemt in de meeste gevallen de bezettingsgraad van organisaties significant toe. Concluderend kan dus worden gesteld dat het NWD-principe een positief effect heeft op de effectiviteit van dienstverlening binnen de jeugdzorg in Nederland. Dit onderzoek levert dus op basis van een simulatiemodel het eerste kwantitatieve bewijs voor de effectiviteit van het NWD-principe.

Op basis van deze conclusie wordt dan ook aanbevolen om het NWD-principe te blijven stimuleren en breder in te zetten. Dit geldt enerzijds voor Nederlandse gemeenten die verantwoordelijk zijn voor jeugdzorg, maar ook breder door andere overheidsorganisaties en in andere domeinen. Hopelijk kan dit onderzoek een kleine bijdrage leveren aan de doorlopende verbetering van de dienstverlening van de overheid. Persoonlijk denk ik dan met name aan de kinderen in moeilijke situaties, waarvan ik hoop dat zij hierdoor sneller zo goed mogelijke hulp ontvangen.

Nieuwsgierig geworden en wil je meer weten over dit onderzoek? Neem contact op met Corné Snoeij via c.snoeij@tudelft.nl om verder te praten.


[1] NetLogo is een programmeertaal en een IDE voor agent-gebaseerd modelleren.

[2] Deze aantallen zijn gebaseerd op cijfers van het CBS.