De herziene eIDAS-verordening brengt grote veranderingen: sommige organisaties moeten straks verplicht Europese Digitale Identiteit (EDI-) wallets accepteren. Dit opent de deur naar nieuwe gebruikerstoepassingen waarbij samenwerking tussen ketenpartners essentieel is voor succes. Maar hoe bepaal je of een hele keten van organisaties klaar is voor een specifieke EDI-wallet toepassing. Om dit inzichtelijk te maken heeft Digicampus in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een praktisch volwassenheidsmodel ontwikkeld.  

EDI-wallet toepassingen inzichtelijk maken
EDI-wallets kunnen straks gebruikt worden voor veel (dagelijkse) activiteiten. Denk aan inchecken in het openbaar vervoer, je rijbewijs tonen of het delen van je diploma’s bij een sollicitatie. Voor (semi-) publieke dienstverleners en sommige private bedrijven wordt acceptatie van wallets voor online authenticatie verplicht. Andere organisaties zullen de voordelen van EDI-wallets op vrijwillige basis omarmen. Elke nieuwe toepassing levert voordelen op voor zowel gebruikers als dienstverleners, maar brengt ook implementatie-uitdagingen met zich mee. Om wallet-toepassingen inzichtelijk te maken en de discussie tussen partijen te faciliteren ontstond er behoefte aan een instrument dat meer inzicht geeft in de status en mate van volwassenheid en adoptie van gebruikerstoepassingen.

Excel-sjabloon voor gezamenlijke beoordeling
Vanuit deze behoefte is dit volwassenheidsmodel ontwikkeld. Het model bestaat uit een Excel-sjabloon met 27 aspecten waarop organisaties hun EDI-wallet toepassing kunnen beoordelen. Organisaties kunnen workshops met elkaar organiseren waarbij ze het model eerst individueel invullen en vervolgens tot overeenstemming komen over de ontwikkelstatus van de gebruikerstoepassing.  

Getest in de praktijk
Het model is beproefd in vier workshops met organisaties uit vastgoedsector, het onderwijs, de zorg en gemeentelijke dienstverlening. Het blijkt waardevolle inzichten op te leveren voor betrokken partijen. Het model helpt organisaties om technische, juridische en organisatorische knelpunten te identificeren. Het maakt het gesprek tussen partners makkelijker en toont visueel waar verbeteringen nodig zijn. Het is met name geschikt voor toepassingen waarbij één type gegevensverstrekker en één type afnemer betrokken zijn. Een belangrijke voorwaarde is dat betrokkenen eerst een helder beeld hebben van hun specifieke gebruikerstoepassing.

Kijk voor meer informatie op de website van Pleio.