Ervaringen van jongeren met een niet-westerse migratieachtergrond en lage SES met het regelen van overheidszaken wanneer zij 18 jaar worden. Door: Chaymae Benmesoud
Jongeren met een niet-westerse migratieachtergrond en een lage sociaaleconomische status (SES) lopen tegen uitdagingen aan bij het regelen van overheidszaken wanneer ze achttien jaar worden. Eerder onderzoek laat zien dat de oorzaak hiervan digitale uitsluiting is. Dit wordt verweten aan de digitale vaardigheden en beschikbare digitale middelen van individuen met een lage SES en niet-westerse migratieachtergrond. Deze uitdagingen roepen stress en onzekerheid op en zorgen voor een negatief toekomstperspectief. Echter is eerder onderzoek gericht op een volwassenpopulatie waarin de ervaringen van de doelgroep niet genoeg aanbod komen.
De vraag blijft daarom hoe deze jongeren digitale uitsluiting ervaren bij het regelen van overheidszaken die komen kijken bij het 18 jaar worden. Deze kwestie vormt het vertrekpunt voor mijn masterthesis “Gisteren tiener, vandaag volwassen”, waarbij ik 17 jongeren vanuit de doelgroep heb geïnterviewd en hun ervaringen in kaart heb gebracht. In deze blog neem ik je mee in de verschillende thema’s die opduiken, want het regelen van overheidszaken omvat voor deze jongeren meer dan alleen het invullen van digitale formulieren.
Het regelen van overheidszaken
In de aanloop naar de 18e verjaardag, krijgt een jongere meerdere brieven van de overheid toegestuurd. Dit zijn brieven die aangeven dat de jongere recht heeft op zorgtoeslag, of dat binnenkort het kindgebonden budget voor de ouder stopt. Naast dat jongeren deze brieven niet informatief genoeg vinden, gaven zij ook aan dat bepaalde zaken onbesproken bleven in de informatievoorziening. Dit zorgde ervoor dat ze er pas op latere leeftijd achter kwamen dat zij bepaalde dingen moesten regelen. Denk hier bijvoorbeeld aan het doen van belastingaangifte of het inschrijven op woningnet. De informatievoorziening is een van de uitdagingen die jongeren ervaren bij het regelen van overheidszaken.
Desondanks hebben ze deze zaken toch op orde. Uit de interviews kwam naar voren dat deze jongeren een impliciet stappenplan volgen bij het regelen van overheidszaken. Allereerst proberen zij de zaken zelf te regelen. Wanneer zij dan tegen iets aanlopen, raadplegen zij ChatGPT of Google, wat wijst op hun sterke digitale vaardigheden en middelen en tegelijkertijd het meebewegen met technologische ontwikkelingen. Dit betekent dus ook dat de ervaren digitale uitsluiting niet komt door hun vaardigheden of middelen, zoals onderzoek stelt. Wanneer digitale middelen geen uitkomst bieden, zijn er twee routes die deze jongeren nemen. Dit is afhankelijk van twee fenomenen die zij ervaren.
Allereerst ervaren deze jongeren stigma om hulp te vragen. Hierbij heerst de angst dat als zij hulp vragen bij het regelen van overheidszaken, er gedacht wordt dat zij niet goed geïntegreerd zijn in het Nederlandse systeem. Het tweede fenomeen betreft ervaren discriminatie bij overheidsinstanties of door medewerkers van de overheid. Dit kan kleinschalig zijn, zoals een medewerker van een stadsloket die hulp weigert aan een jongere, of grootschalig zoals de toeslagenaffaire. Welk fenomeen sterker aanwezig is bepaald welke route gekozen wordt.

Groene ovalen: Positieve invloed
Gele ruiten: Stappen
De invloed van hun migratieachtergrond
Eerder werd gesproken over zaken die als vanzelfsprekend worden geacht en daardoor onbesproken blijven in de informatievoorziening. Deze jongeren zijn daardoor vaak pas in een later stadium op de hoogte van deze zaken. Dit valt te wijten aan het feit dat de ouders van deze jongeren geboren zijn in een ander systeem dan het Nederlandse systeem. Omdat deze zaken vaak onbesproken blijven tijdens inburgeringstrajecten, leren de ouders deze niet kennen, waardoor zij hun kinderen hier niet over informeren.
Daarbij komt dat deze jongeren zich noch Nederlander, noch hun eigen etniciteit voelen, en zich daardoor tussen twee werelden in bevinden. Samen met de onzekerheid die zij ervaren tijdens het regelen van overheidszaken, kan dit ervoor zorgen dat deze jongeren enorm gaan reflecteren op het Nederlandse systeem. Het gevolg hiervan is dat zij kritischer zijn naar de Nederlandse overheid en dat er een wij-tegen-zij denken ontstaat tussen deze jongeren en individuen met een Nederlandse etniciteit. Hiermee wantrouwen zij de overheid sneller, maar dit zorgt er ook voor dat zij een handelingsruimte ervaren om tot actie te komen. Zo zien zij bijvoorbeeld hun stemrecht als een vorm van actie nemen.
De migratieachtergrond van deze jongeren staat ook haaks op wettelijke vrijheden die zij krijgen bij het achttien worden. Zo mogen jongeren als zij achttien worden gaan drinken en naar een club gaan. Deze vrijheden maken het leuk om achttien te worden en verzachten de minder leuke kanten, zoals het betalen van je premie en het dragen van financiële verantwoordelijkheid. Dit geldt echter niet voor de jongeren van deze doelgroep, omdat religieuze overtuigingen dit verbieden. Hierdoor hangt er voor hen een negatieve connotatie aan het achttien worden.
De invloed van SES
Niet alleen de migratieachtergrond beperkt hun vrijheid, ook hun SES doet dit. Deze jongeren moeten bij het achttien worden noodgedwongen een baan vinden om aan financiële verplichtingen te kunnen voldoen. Daarbij komt dat het uurloon van een achttienjarige nog niet het minimumloon voor een volwassene is (ondanks dat ze door de wet als volwassene worden erkend), waardoor zij meer uren moeten gaan werken om genoeg te kunnen verdienen. Hierdoor houden deze jongeren niet genoeg tijd over om maatschappelijk te kunnen participeren, zoals bijvoorbeeld vrijwilligerswerk. Ook kan dit hun schoolprestaties belemmeren. Deze aspecten maken het lastiger voor hen om uit hun lage SES te geraken.
Andere wettelijke vrijheden zoals het behalen van je rijbewijs en het uit huis gaan worden eveneens belemmerd door hun SES. Zij kunnen deze zaken vaak moeizamer veroorloven. Tot slot wordt hun privacy geschonden door hun ouders. Zij ervaren een aanzienlijke financiële controle van hun ouders, doordat zij bijvoorbeeld inzicht hebben in hun uitgaven en (overheids)brieven opengemaakt worden. Dit stamt af van een angst, bij de ouders, om in financiële problemen te geraken bij de overheid en geen vertrouwen te hebben in de financiële verantwoordelijkheid van de jongere.
Invloed op het volwassenwordingsproces
Alhoewel een achttienjarige door de wet wordt erkend als volwassene, bevinden zij zich nog vaak midden in de transitie naar volwassene, aldus de adolescentie. De adolescentie is een tussenfase waarbij de jongere noch tiener noch volwassene is. Het regelen van overheidszaken, met aspecten als verantwoordelijkheid, kenmerkt de transitie naar volwassene. Hierdoor ervaren deze jongeren een grote druk om volwassen te worden en zich ook zo te gedragen. Dit zorgt ervoor dat zij hun eigen volwassenwordingsproces en gedrag vergelijken met leeftijdsgenoten.
Ook ontstaat er een druk om overheidszaken zelf goed te kunnen regelen en er voldoende kennis over te hebben. Dit beïnvloedt hun toekomstperspectief. Als zaken goed zelfstandig geregeld worden, ontwikkelt de jongere een optimistisch toekomstperspectief. Wanneer dit niet lukt, wordt een pessimistisch toekomstperspectief ontwikkeld. De volgende citaten uit mijn onderzoek illustreren dit contrast:
“Ja, zeker ja, en dat geeft mij ook dan een self-confidence boost in mezelf. Dat ik denk van oh waar jij nu bent gekomen, ik denk, later dat mijn kinderen echt ver zullen komen met mij als informatiebron.”
“Het voelt alsof ik het nooit echt 1 – 2 ga leren. Dus ik ben ook bang als ik ooit kinderen krijg, hoe ga ik dat aan hun uitleggen weer.”
Zoals eerder gesteld, beschikken ouders van deze jongeren vaak niet over de kennis en vaardigheden om zaken te regelen. Ook beheersen ze vaak de Nederlandse taal niet, waardoor overheidsbrieven niet begrepen worden. Echter ontkomen de ouders niet aan het regelen van deze zaken, waardoor deze jongeren noodgedwongen vaak op jonge leeftijd de zaken voor hun ouders moeten regelen. Dit zorgt ervoor dat de tussenfase van de adolescentie wordt verschoven, waardoor zij op jonge leeftijd eigenlijk al volwassen worden. Dit gaat gepaard met veel stress en onzekerheid, waardoor deze jongeren op latere leeftijd een gemiste jeugd proberen in te halen.
Conclusie & Aanbevelingen
Duidelijk is dus dat er voor deze jongeren veel komt kijken bij het regelen van overheidszaken. Het volgende figuur geeft de voorgaande informatie schematisch weer, waardoor het sociologisch aspect en de gevolgen duidelijker in beeld gebracht worden:

Gele ruiten + : x leidt tot x
Tijdens mijn onderzoek hebben mijn respondenten ook zelf suggesties aangedragen voor een meer proactieve ondersteuning bij het regelen van overheidszaken. Deze suggesties vormen ook de aanbevelingen voor mijn onderzoek. Dit zorgt ervoor dat de aanbevelingen aansluiten bij de behoeften van de doelgroep. Zo is het belangrijk om uitgebreide en toegankelijke informatie te verstrekken aan alle zeventienjarigen, en niet alleen aan wie als ‘kwetsbaar’ wordt geprofileerd. Deze informatie moet alle zaken omvatten die jongeren moeten regelen, zowel de expliciete als de impliciete. Wie het nodig heeft, zal er baat bij hebben. Wie het niet nodig heeft, kan het naast zich neerleggen. Op deze manier wordt stress en onzekerheid voorkomen, en worden gelijke kansen gecreëerd.
Daarnaast helpt het als elke gemeente en onderwijsinstelling een vast aanspreekpunt aanbiedt waar jongeren terechtkunnen met vragen over overheidszaken. Door dit contact proactief aan te bieden, bijvoorbeeld via een persoonlijke brief waarin ook de contactgegevens van relevante instanties worden opgenomen, wordt de drempel om hulp te zoeken verlaagd. Met deze stappen wordt digitale uitsluiting tegengegaan en voelen jongeren zich ondersteund door de overheid.