Ken je ze al? Fintech, HealthTech, PropTech, InsurTech, WealthTech, PensionTech – je kent ze misschien al en ik ben er zeker een paar vergeten. Dit zijn hippe labels voor technologiegedreven producten en diensten in een specifieke sector.
Vaak verwijzen deze labels naar de innovaties van outsiders, nieuwkomers in de desbetreffende sector die de gevestigde orde willen uitdagen. Zij zouden dit moeten kunnen omdat ze geen legacysystemen hebben en geen last hebben van bestaande businessmodellen die in stand moeten worden gehouden. Denk bijvoorbeeld aan FinTechbedrijven die niet uit de bankensector zelf komen, maar wel degelijk jou willen helpen om beter met geld om te gaan.
Oude wijn en gamechangers
Maar het zijn niet alleen onbekende startups die Tech labels oppakken. Ook de grote bedrijven hebben de marketingmachine opgestart. Soms met oude wijn in nieuwe zakken en soms met nieuwe en onbeproefde concepten. Sommige beloven een verbetering ten opzichte van de status quo: lagere kosten of direct resultaat. Andere beloven disruptie; een gamechanger die de status quo op z’n kop zet. Om deze beloften waar te maken wordt vaak de tussenpersoon eruit gekieperd en krijg je als consument meer controle over je eigen transacties en assets, zoals je financiën en medische gegevens. De kosten gaan omlaag en je hebt meer overzicht en meer regie. Wie wil dat nou niet? Als je wil weten hoe dit kan, is het antwoord: door informatietechnologie – bijvoorbeeld door het gebruik van apps, cloudcomputing, API’s, data-analytics, machine learning of een combinatie – op een slimme wijze in te zetten.
En hoe zit het in de publieke sector?
Ik krijg vaak de vraag waarom de techrevoluties in de publieke sector niet lijken te lukken. Kort antwoord: het gebeurt al en we gaan het steeds meer zien. Wie digitalisering in de publieke sector in de gaten houdt, ziet de opkomst van GovTech – digitale producten en diensten die burgers/ondernemers kunnen gebruiken om te interacteren met (semi)publieke instellingen. Bijvoorbeeld bij het aanvragen van een huurwoning of het maken van een financieel overzicht ten behoeve van schuldhulpverlening. Mede dankzij Europese verordeningen zoals eIDAS zie je ook een opkomst van qualified trust service providers – markpartijen die vertrouwensdiensten, zoals inlogmiddelen en digitaal ondertekenen, bieden aan burgers, bedrijven en overheden. Dit is relatief nieuw en velen verwachten nog dat de overheid dit soort diensten levert.
Winner takes all of de mens centraal?
Dergelijke verwachtingen maken dat de opkomst van GovTech achterloopt ten opzichte van bijvoorbeeld FinTech. Nog een reden hiervoor is dat zaken doen in de publieke sector lastig is: de markt van overheidspartijen (met name de uitvoeringsinstanties en gemeenten) is klein en als startup kun je zelden voldoen aan de complexe aanbestedingseisen van de overheid. Ook voor grote bedrijven is het niet makkelijk: vaak leidt een aanbesteding tot een ‘winner takes all’- situatie. Als je buiten de boot valt, blijf je niet investeren in een product of dienst, waardoor je de volgende keer ook minder kans maakt. Maar als je de zaak omkeert, en de burger of de ondernemer als klant ziet, dan verandert het speelveld. Wie de burger centraal stelt, kijkt naar een miljoenenmarkt en dat is weer aantrekkelijk voor investeerders. En als genoeg burgers met een marktoplossing digitaal aankloppen bij een overheid, dan volgen vanzelf de toelatingsdiscussies.
De transformatie van voorzieningen naar afsprakenstelsels
De opkomst van GovTech weerspiegelt de grotere transformatie die in de publieke sector gaande is: van een overheid die zelf digitale voorzieningen ontwikkelt en in de lucht houdt naar publiek-private afsprakenstelsels waarin overheden kaders stellen en toezicht houden. Een mooi voorbeeld van deze beweging zien we in de Kamerbrief ‘Andere toelatingssystematiek inlogmiddelen voor burgers’, waarbij staatssecretaris Knops (BZK) ervoor kiest om ‘private inlogmiddelen voor burgers via een systeem van open toelating (erkenning) te gaan verwerven’.
Maar er zijn nog uitdagingen
Ook de hierboven geschetste transformatie kent uitdagingen. Zelfs met opensourcetechnologie heb je als GovTech dienstverlener kosten (bijvorbeeld bij het maken van back-ups of het uitvoeren van updates en audits) als je hoogwaardige en betrouwbare dienstverlening wil aanbieden. Wie gaat die betalen? De burger (eventueel met zijn data, of met zijn aandacht voor advertenties) of de dienstverlener (een paar cent voor iedere authenticatie of ingevulde formulier)? In beide gevallen zal enige schaal nodig zijn om de kosten te kunnen dekken. Dit wordt lastig. Hoe vaak interacteer je als burger met publieke organisaties? Zou het dan niet handig zijn dat je met één oplossing zowel met publieke als private instanties kunt interacteren voor allerlei life events? Bijvoorbeeld voor het kopen van een huis heb je data nodig van publieke en private organisaties. Echter, het delen van gegevens vanuit overheden buiten de overheid is een nieuwe ontwikkeling. Het wordt nog een hele uitdaging om sectoroverstijgende afspraken te maken over datadeling.
En wat technisch kan, hoeft niet per se ethisch wenselijk te zijn: hoe gaan we bijvoorbeeld om met uitsluiting of algoritmische vooringenomenheid? De ontwikkeling en de adoptie van GovTech gaat veel mensen raken. Er is al snel sprake van gedwongen winkelnering: er is maar één UWV, SVB, DUO en Belastingdienst. Als zij bepaalde GovTech-oplossingen accepteren, dan moeten publieke waarden, zoals gelijkheid, privacy en transparantie, goed zijn afgewogen. Hoe voorkomen we dat we marktpartijen met te veel eisen en scope-creep overvallen? De ontwikkeling en introductie van GovTech vraagt om een andere benadering dan voorheen.
Experimenten van vandaag leggen de basis voor de publieke dienstverlening van morgen
We hebben nog een hoop te leren over hoe we GovTech verantwoord en effectief kunnen vormgeven en inzetten in de samenleving. Eén van de plekken waar dit gebeurt is Digicampus – een ontmoetingsplek voor overheid, wetenschap, markt en burgers voor vernieuwing van publieke diensten. In Digicampus is GovTech niet een doel, maar een middel om burgers meer regie te geven, digitale interacties makkelijker te maken en de overheid te transformeren naar een datapartner. Door te experimenten met GovTech leren we meer over wat werkt en wat niet werkt en met deze kennis kunnen we samen de publieke dienstverlening van de toekomst vormgeven.
De blog is gepubliceerd op de website van iBestuur.