Om publieke waarden in het digitale domein te blijven borgen, realiseert de Europese Unie in hoog tempo beleid, verordeningen en richtlijnen op het gebied van data en digitalisering. Vanwege de complexe en dynamische samenhang tussen al deze Europese initiatieven is er echter vaak een gebrek aan overzicht. Bovendien is de relatie met de provincie in deze Europese initiatieven niet expliciet uitgewerkt in bijvoorbeeld een taakstelling aan de provincie. Toch bestaat deze relatie wel, en om deze te begrijpen is het noodzakelijk om de vertaalslag van “Europa” naar de “provincie” te maken.

Als reactie op deze situatie heeft de provincie Noord-Holland samen met Digicampus een verkenning uitgevoerd met de vraag: “Wat komt er vanuit Europa aan wetgeving met betrekking tot data en digitalisering op ons af en hoe kunnen we die (nog) beïnvloeden?”. In een drietal workshops zijn we samen met collega’s van andere provincies, van het Kenniscentrum Europa Decentraal (KED), het Huis van de Nederlandse Provincies (HNP) en het Interprovinciaal Overleg (IPO), aan de slag gegaan met deze vraag. De resultaten en opgehaalde informatie uit de workshops zijn vervolgens verwerkt in een rapport[1]. In het vervolg van de blog zal ik een beknopt overzicht geven van de verschillende workshops en de lessen en inzichten die we daaruit hebben opgedaan.

Meer dan alleen wetgeving

Wanneer we het hebben over Europese verordeningen en richtlijnen op het gebied van data en digitalisering, is het belangrijk om verder te kijken dan alleen de voorschriften en eisen die vanuit Brussel komen. Ja, er zijn regels en verplichtingen die door provincies gevolgd moeten worden in hun hoedanigheid als bronhouder van data, waarbij het niet naleven van wetgeving negatieve gevolgen kan hebben. Maar deze wetgeving biedt ook verschillende kansen die provincies kunnen helpen bij het realiseren van hun opgaven. Zo kan bijvoorbeeld de Data Act provincies helpen om toegang kunnen krijgen tot data die momenteel in eigendom zijn van particuliere bedrijven. Om de verschillende kansen optimaal te benutten is het belangrijk dat provincies Europese wetgeving op de juiste manier benaderen. Wat is deze benadering en hoe kunnen we deze het beste vormgeven?

Benadering van Europese wet- en regelgeving

In de eerste workshop proberen we een antwoord te vinden op deze vragen. Verschillende deelnemers geven aan dat wanneer ze kijken naar de veelheid aan Europese wetgeving op het gebied van data en digitalisering deze soms imponerend kan overkomen. Daarom kiezen we in de verkenning als startpunt de eigen positie van de provincie. Wat zijn de provinciale opgaven en welke eisen stellen deze opgaven aan de informatievoorziening? Juist wanneer we onze eigen informatiepositie en -behoeften kennen voor de verschillende provinciale opgaven, biedt de Europese agenda ook mogelijkheden. Aan de hand van dit inzicht in eisen en mogelijke kansen kunnen we vervolgens relevante Europese ontwikkelingen selecteren, om aan de hand van deze selectie ons plan richting Europa te kunnen trekken.

Mobiliteit onder de loep: Noord-Hollandse uitdagingen

Om deze benadering te illustreren, hebben we in de tweede workshop de casus Mobiliteit in de provincie Noord-Holland onder de loep genomen. Chris de Veer en Harm-Jan Mostert, strategisch adviseurs Smart Mobility bij provincie Noord-Holland, hebben daarin hun ervaringen van de afgelopen tien jaar gedeeld. De casus Mobiliteit leent zich goed voor een nadere beschouwing omdat de provincie Noord-Holland al veel ervaring heeft ten aanzien van de relatie tussen de provinciale opgave mobiliteit, digitale ontwikkelingen en (Europese) wetgeving. De aanbeveling is dat de casus ook als voorbeeld en inspiratie dient voor andere provinciale opgaven zoals klimaat- en energietransitie, biodiversiteit en woningbouw.

In de workshop wordt duidelijk dat digitalisering en data veel kansen bieden voor de provinciale mobiliteitsopgave, maar ook dat verdere digitalisering en datagebruik niet eenvoudig te realiseren zijn wat betreft tijd, geld en middelen. Huidige knelpunten zoals kosten en data-eigendom vragen aandacht op zowel nationaal als Europees niveau. Verder laat de casus goed zien dat de provincie uitstekend eigen beleid kan formuleren ten aanzien van mobiliteit in Noord-Holland, maar dat voor de uitvoering van de ondersteunende digitale dienstverlening het noodzakelijk is om aan te sluiten bij nationale en Europese initiatieven.

Een kijkje achter de schermen

Een laatste, maar niet minder belangrijk aspect van de verkenning, is hoe de provincie aankomende Europese wetgeving nog zou kunnen beïnvloeden. Hiervoor is het belangrijk om erachter te komen hoe de lobby in Brussel eigenlijk werkt. Tijdens de derde workshop hebben daarom een aantal collega’s met ervaring in Brussel (de ‘lobbyisten’) verteld over hun ervaringen met de samenwerking tussen provincie en Brussel. Dit gesprek heeft veel waardevolle informatie opgeleverd en ons inzicht gegeven in de wereld van de tenminste 25.000 Brusselse lobbyisten.

Een belangrijke les de we hebben geleerd, is dat Europese strategieën ons de richting en stappen laten zien, inclusief de nog te ontwerpen wetgeving en andere beleidsmaatregelen. Deze ontwikkelingen worden geanalyseerd en gecommuniceerd met de achterban. Voor de provincies spelen het HNP en KED hierin een belangrijke rol. Ontwikkelingen zijn dus veelal voorspelbaar en bekend reeds lang voordat ze tot wetgeving uitgewerkt zijn. In een vroeg stadium kunnen ze door de provincie beoordeeld worden en waar nodig tot provinciale acties leiden (bijvoorbeeld herprioritering van bestaande activiteiten).

Van afsluiting naar startschot

Bij de afronding van derde workshop en daarmee de verkenning hebben deelnemers gediscussieerd over de vraag: hoe nu verder? Een belangrijke les die daarbij naar voren kwam was: in je eentje bereik je weinig in Brussel. Het is dus essentieel om in te zetten op interbestuurlijke samenwerking met andere provincies en de andere overheden. De publicatie van de verkenning en deze blog vormen dan ook geen afsluiting, maar eerder het startschot voor verdere samenwerking en roepen op tot vervolgacties.

Nieuwsgierig naar meer? Stuur een mail naar Corné Snoeij om verder te praten over Europa in de provincie. 


[1] Het rapport is te downloaden via deze link: Rapport Europa in de Provincie