Prototypen, dat doe je toch in de laatste fase van je ontwerpproces? Nou, niet persé. Het is een mythe dat prototypen alleen aan het eind gebruikt kan worden als techniek. Het kán in een laatste fase, maar je kan het ook toepassen in het begin. Of in het midden. Eigenlijk kan prototypen in alle fases waardevol zijn!

In deze blog lees je meer over hoe je prototypen kan inzetten voor het testen van je idee, voor onderzoek naar je doelgroep en voor het creëren van draagvlak. Digicampus beproeft de komende tijd: Storyboards, Videoprototyping en User driven prototyping. In het nieuwe jaar delen we onze ervaringen.

Waarom prototypen?

Bij een creatief proces worden vaak de stappen prototypen en testen genoemd. Het zijn geen verplichte stappen maar je kán ze doen wanneer ze je nieuwe, waardevolle inzichten kunnen geven. En zeer waarschijnlijk kan dat.

Prototypen en testen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het maken van een prototype kan jou, als maker, helpen om het idee concreet te maken. Je wordt gedwongen om je idee te vertalen naar iets deelbaars, iets wat je aan anderen kan laten zien. Zo kun je tot nieuwe inzichten komen. Maar nog mooier is dat je het prototype kan gaan testen, je kan andere mensen jouw idee laten ervaren. Zo kan je bijvoorbeeld je eigen aannames testen, focussen op de interactie, of concrete functies testen. Het is dus een soort check, en die kan je zo vaak doen als je wilt. Op deze manier wordt het idee steeds een beetje beter. Steeds beter is jouw idee in staat om dat te doen waarvoor het bedoelt is.

Wat is een prototype?

Je idee evalueren doe je dus door je prototype te testen. Maar, wat is een prototype nou precies? Kort gezegd: Een prototype is een artifact wat een bepaalde interactie teweegbrengt. De interactie die de vragen beantwoord waar jij antwoord op wilt hebben. Het prototype hoeft niet een realistische versie van het uiteindelijke product te zijn. Hoe je het prototype vormgeeft hangt af van je onderzoeksvraag. Het is dus erg belangrijk om je af te vragen: Wat wil ik te weten komen?

Aan het begin van een ontwerpproces wil je misschien het draagvlak testen of draagvlak creëren voor je idee. Je test dan eigenlijk niet zozeer het product, maar meer de reactie van de gebruiker. Je wilt het gesprek op gang brengen. Hiervoor zijn technieken als Video-prototyping of Storyboards erg handig. Je kan dan de gebruiker de impact van jouw idee laten zien. Je neemt ze mee in een toekomstscenario waarin jouw product wordt gebruikt. Aan de hand hiervan kan je reacties observeren en uitvragen.

Maakt het uit dat je het product nog niet hebt uitgewerkt? Nee. Aan de hand van deze scenario’s kan je mensen laten zien hoe het is als jouw idee straks wél is uitgewerkt. Iets laten zien werkt zoveel beter dan er gewoon over te praten. Je kan er naar wijzen, je kan het delen, je kan het misschien zelfs vasthouden. Zo komt er in een vroeg stadium al en goede discussie los en krijg je inzichten om mee verder te gaan.

Research through Design

Prototypen kan zelfs helpen voordat jouw idee er überhaupt is. Het kan helpen met het definiëren van het probleem dat het idee moet gaan oplossen. Dit heet ook wel Research through Design. Je gebruikt prototyping als onderdeel van je onderzoek naar de doelgroep.

Een mooi voorbeeld hiervan is het onderzoek van Maike Klip (debegripvolleambtenaar.nl). Zij zocht antwoord op de vraag: Hoe kan de digitale overheid een begripvolle verbinding hebben met burgers? In haar onderzoek maakte ze gebruik van design tijdens interviews met stakeholders. Zo heeft ze door gebruik van een touw de relatie tussen student en DUO-medewerker onderzocht. Het touw is het prototype, een artifact dat de onderzoeksvraag helpt te beantwoorden.

Design through Research

Wanneer je bezig gaat met het ontwerpen en ontwikkelen van jouw product dan kan je denken aan prototype technieken zoals: bouwen met lego, werken met karton, 3D-printen, roleplaying, of het gebruik van digitale tools zoals Figma.

Hele verschillende technieken, die je ook op andere manieren inzet. Wanneer je aan het begin staat van de uitwerking zul je vaker voor een makkelijk, snel te fabriceren prototype gaan. Dit wordt ook wel lo-fi (low fidelity) prototyping genoemd. Op dit moment zijn je onderzoeksvragen waarschijnlijk nog redelijk breed en is een heel gedetailleerd prototype niet nodig om je vraag te beantwoorden. Zonde van jouw tijd, maar het kan ook zorgen voor feedback waar je niet zoveel mee kan. Als je feedback vraagt over de opbouw van een verhaal gaat het niet om de spelfoutjes.

Later in het proces kan je Hi-fi (high-fidelity) prototypes inzetten. Dit zijn prototypes die veel op het uiteindelijke product lijken. Er gaat vaak veel tijd inzitten maar je kan dan ook hele specifieke antwoorden verwachten.

Wanneer je veel aandacht besteed aan het testen van de interactie in de toekomstige omgeving, dan wordt dat Experience Prototyping genoemd. Je gaat dan opzoek naar de complete ervaring van het product of de dienst in de eigenlijke context. Door Experience Prototyping kan de participant zich beter inleven in het (toekomstig) gebruik.

Wie gaat er prototypen?

Je hoeft niet altijd zelf te prototypen. Soms is het juist erg leerzaam wanneer je de doelgroep zelf iets laat maken! User-driven prototyping heet dat. Dit kan je doen om de doelgroep extra in het proces te betrekken. Het is eigenlijk een combinatie tussen design through research en research through design. De deelnemers van deze sessie zijn ervaringsdeskundigen en ontwerpen vanuit hun eigen ‘onderzoek’ en jij, bijvoorbeeld in de rol van facilitator, komt weer veel te weten over de behoeftes en wensen van de doelgroep.

Wie gaat testen?

Nadat je een prototype hebt gemaakt ga je testen. Dit doe je vaak met de beoogde doelgroep. Soms is dit een flinke drempel die je moet nemen. Deelnemers vinden kan lastig zijn en het kan ook behoorlijk wat tijd kosten. Nu is het wel erg belangrijk dat je met deze groep test, het product gaat immers door hen gebruikt worden. Maar, denk van te voren na of echt alleen zij antwoord kunnen geven op je onderzoeksvraag. Misschien kan de reactie van een collega of een vriend ook al veel inzicht geven. Wees niet bang om dit in een vroeg stadium te doen! Je kan bijvoorbeeld ook een korte demo plannen, zo kan je collega’s meenemen in de ontwikkelingen en feedback verzamelen. Wanneer je echt gaat testen kan je een vriend of collega vragen om zich in te leven in de doelgroep. Daarmee maak je de drempel voor veel en snel testen lager. En daarmee de kwaliteit van het product uiteindelijk hoger. Je haalt hiermee ook de kinderziektes uit je prototype. Zo zorg je ervoor dat je de echt belangrijke dingen kan testen met je doelgroep!

Je product verbeteren doe je door te prototypen. Je prototype-skills verbeteren doe je door veel te prototypen! Probeer gewoon eens verschillende prototype- en test-technieken uit. Ga voor een techniek die lijkt te passen bij je vraagstuk, kies er één die jou en je team inspireert en probeer het gewoon! Als het niet blijkt te passen dan doe je het de volgende keer anders. Was het een groot succes? Dan kan je die er weer bij pakken voor een volgende keer!